Enfin, la directive doit être interprétée et appliquée conformément aux droits fondamentaux et, plus particulièrement, au droit au respect de la vie privée et familiale[8], au principe de non-discrimination, aux droits de l’enfant et au droit à un recours effectif, consacrés par la Convention européenne des droits de l’homme (ci-après la «CEDH») et par la Charte des droits fondamentaux de l’Union européenne (ci-après la «Charte»).
Tot slot moet de richtlijn worden geïnterpreteerd en ten uitvoer gelegd overeenkomstig de grondrechten, en in het bijzonder het recht op eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven[8], het beginsel van non-discriminatie, de rechten van het kind en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte, zoals vastgelegd in het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EVRM) en het EU-Handvest van de grondrechten (hierna “het Handvest” genoemd).