a)aux fins de l’article 63, paragraphe 2, du règlement (CE) no 1782/2003, les terres mises en jachère qui étaient plantées de cultures permanentes, à utiliser aux fins visées à l'article 6, paragraphe 3, du règlement (CE) no 1251/1999 et qui bénéficiaient du paiement à la surface visé à l'article 2, paragraphe 2, dudit règlement pour 2003 sont considérées comme hectares admissibles pour l'établissement de droits de mise en jachère.
a)voor de toepassing van artikel 63, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 wordt braakgelegde grond waarop blijvende teelten werden beoefend voor de in artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1251/1999 bedoelde doeleinden en waarvoor de in artikel 2, lid 2, van die verordening bedoelde areaalbetaling werd verleend voor 2003, beschouwd als subsidiabele hectaren voor de vaststelling van braakleggingstoeslagrechten.