8. attire l'attention sur le fait que le tourisme rural et l'agrotourisme constituent un secteur économique propre non délocalisable dont les principales caractéristiques, à la différence d'autres modèles de tourisme européen comme le tourisme côtier, le rendent moins dépendant des saisons et, par conséquent, le fait de miser sur son développement suppose la création de nouveaux gisements d'emplois durables et de qualité;
8. wijst erop dat het plattelands- en agrotoerisme een echte, niet verplaatsbare economische sector vormen, die door zijn voornaamste kenmerken in tegenstelling tot andere Europese modellen van toerisme, zoals dat in de kustgebieden, minder afhankelijk is van de jaargetijden, waardoor het inzetten op de ontwikkeling ervan uitgaat van de veronderstelling dat er nieuwe reserves van duurzame, hoogwaardige banen worden geschapen;