En résumé, le groupe ad hoc constate que, pendant toute la durée de l'opération, le mandat de la Minuar a consisté en fait à escorter une série de personnalités, à garder un certain nombre d'endroits et de bâtiments stratégiques (dont l'aéroport et le parlement, où était cantonné le bataillon du FPR) et à patrouiller dans la ville (« showing the flag »).
Samengevat stelt de ad-hocgroep dat het mandaat van de UNAMIR-troepen de hele duur van de operatie in feite beperkt is gebleven tot het escorteren van een aantal personaliteiten, het bewaken van een aantal strategische plaatsen en gebouwen (waaronder de luchthaven en het parlement waar het FPR-bataljon gelegerd was) en het patrouilleren in de stad (« showing the flag »).