Les options analysées étaient les suivantes: (1) ne prendre aucune mesure, (2) allonger la durée de protection «à la durée de la vie ou 50 ans» pour les artistes interprètes ou exécutants uniquement, (3) étendre la durée de protection à 95 ans pour les artistes interprètes ou exécutants et les producteurs de phonogrammes, (4) promouvoir les droits moraux des interprètes, (5) introduire une clause «use-it-or-lose-it» (clause UIOLI prévoyant l’obligation d’utiliser un droit sous peine de perte définitive) dans les contrats d’enregistrements sonores et (6) constituer un fonds destiné aux musiciens de studio.
De bestudeerde opties zijn: 1) niets doen, 2) de beschermingstermijn verlengen “tot het einde van het leven of met 50 jaar”, uitsluitend voor uitvoerende kunstenaars, 3) de beschermingstermijn verlengen tot 95 jaar voor uitvoerende kunstenaars en producenten van fonogrammen, 4) bevorderen van de morele rechten van uitvoerende kunstenaars, 5) invoeren van een “use it or lose it”-clausule in contracten voor geluidsopnamen en 6) een fonds voor sessiemuzikanten oprichten.