Lorsque le Ministre des Finances n'accepte pas toutes les oeuvres d'art offertes, les montants communiqués par les offrants, conformément aux articles 15, § 1, et 16, à concurrence desquels ils souhaitent payer les droits dus par chacun d'eux au moyen de l'offre, sont ramenés proportionnellement à la valeur des oeuvres d'art acceptées par le Ministre des Finances.
Wanneer de Minister van Financiën niet alle aangeboden kunstwerken aanvaardt, worden de door de aanbieders overeenkomstig de artikelen 15, § 1, en 16 medegedeelde bedragen tot beloop waarvan ze de door ieder van hen verschuldigde rechten door middel van het aanbod willen voldoen, herleid naar evenredigheid met de waarde van de door de Minister van Financiën aanvaarde kunstwerken.