Art. 2. Les effets d'une déclaration régulièrement faite en application de l'article 2 de la loi du 31 décembre 2003 instaurant une déclaration libératoire unique s'étendent, aux conditions prescrites par ladite loi, aux impôts régionaux, y compris les accroissements, intérêts de retard et amendes, qui sont dus ou auraient pu être dus sur ces sommes, capitaux ou valeurs mobilières avant la date de l'introduction de la déclaration et toutes les dispositions de ladite loi sont applicables aux impôts régionaux, à l'exception de l'article 9.
Art. 2. De gevolgen van een regelmatig gedane aangifte met toepassing van artikel 2 van de wet van 31 december 2003 houdende invoering van een eenmalige bevrijdende aangifte gelden, onder de voorwaarden opgelegd door de genomende wet, eveneens voor gewestelijke belastingen, met inbegrip van belastingverhogingen, nalatigheidsinteresten en boetes die op die bedragen, kapitalen of roerende waarden verschuldigd zijn hadden kunnen zijn, vóór de datum van indiening van de aangifte en alle bepalingen van de genoemde wet zijn van toepassing op de gewestelijke belastingen, met uitzondering van artikel 9.