50. soutient le développement
du dialogue, et des débats publics organisés en commun, entre les institutions européennes et les institutions nationales et régionales; souligne l'importance d'appuyer la communication sur des initiatives adossées à des vecteurs de communication "grand public" tels les programmes culturels (prix littéraires ou de cinéma), les événements sportifs, etc.; estime que la communication doit
tenir compte d'une orientation stratégique axée sur les publics cibles, comme
...[+++] les universités, les collectivités locales ou les organisations professionnelles;
50. steunt de ontwikkeling van de dialoog en de door de Europese, nationale en regionale instellingen gemeenschappelijk georganiseerde openbare debatten; onderstreept dat het belangrijk is de communicatie te ondersteunen met communicatieoverbrengers "voor het grote publiek", zoals culturele programma's (literaire prijzen of filmprijzen), sportevenementen, enz.; is van mening dat de communicatie rekening moet houden met een strategische koers die is gericht op de doelgroepen, zoals universiteiten, lokale of regionale overheden of beroepsorganisaties;