Le cas échéant, la question de savoir si le précompte mobilier est supporté par la société à la décharge du dirigeant d'entreprise doit cependant être examinée à la lumi
ère des conventions expresses ou tacites qui règlent le
s rapports entre le débiteur et le bénéficiaire des revenus et qui doivent être appréciées au moment de l'attribution ou de la mise en paiement des revenus, sans tenir compte des changements qui seraient apportés par après (voir également les numéros 261/57 à 66 du commentaire administratif du CIR 92 (Com.IR 92));
...[+++] l'élément déterminant en l'espèce est la mise en évidence du fait que le débiteur des revenus soumis au précompte mobilier avait pris l'engagement de supporter lui-même le précompte mobilier; le seul fait que le débiteur n'a pas retenu le précompte mobilier à la source, parce qu'il le considérait, fût-ce à tort, comme n'étant pas dû, n'implique pas que, pour le cas où il serait dû, il se soit engagé à le supporter à la décharge du bénéficiaire et ait renoncé à en exiger le remboursement par celui-ci, à titre de répétition de l'indu (cf. Cassation, 14.1.1993); - conformément à l'article 412, alinéa 1er, CIR 92, le précompte mobilier est payable dans les 15 jours de l'attribution ou de la mise en paiement des intérêts (requalifiés).De vraag of de roerende voorheffing in voorkomend geval ten laste
van de vennootschap valt ter ontlasting van de bedrijfsleider moet evenwel worden beantwoord in het licht van de uitdrukkelijke of stilzwijgende overeenkomsten die de betrekkingen tussen de schuldenaar en de verkrijger van de inkomsten regelen en die moeten worden nagegaan op het ogenblijk van de toekenning of betaalbaarstelling van de inkomsten, zonder rekening te houden met de wijzigingen die daaraan achteraf zouden aangebracht zijn (zie eveneens de nummers 261/57 tot 66 van de administratieve commentaar op het WIB 92 (Com.IB 92)); het feit dat de schuldenaar van de ink
...[+++]omsten die onderworpen zijn aan de roerende voorheffing de verbintenis heeft aangegaan om zelf de roerende voorheffing ten laste te nemen is daarbij van doorslaggevend belang; alleen het feit dat de schuldenaar geen roerende voorheffing aan de bron heeft afgehouden, omdat hij, zij het ten onrechte, van oordeel was dat zij niet verschuldigd was, impliceert niet dat hij zich ertoe heeft verbonden, in geval de voorheffing verschuldigd zou zijn, deze te zijnen laste te nemen ter ontlasting van de verkrijger en ervan heeft afgezien van laatstgenoemde de terugbetaling ervan te vorderen, als terugvordering van hetgeen ten onrechte is betaald (zie Cassatie, 14.1.1993); - overeenkomstig artikel 412, eerste lid, WIB 92, de roerende voorheffing betaalbaar is binnen de 15 dagen na de toekenning of betaalbaarstelling van de (geherkwalificeerde) interesten.