4° les modifications d'affectation pouvant aboutir au déboisement dans des plans particuliers d'aménagement et des plans d'exécution spatiaux qui sont définitivement approuvés à partir du 1 mai 2000, où le déboisement serait indispensable quant à l'utilisation des terres prévue, pour l'exécution postérieure du projet ;
4° de bestemmingswijzigingen die ontbossing als gevolg kunnen hebben in bijzondere plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen die definitief zijn goedgekeurd vanaf 1 mei 2000, waarbij inzake het geplande grondgebruik ontbossing onontbeerlijk zou zijn voor de latere uitvoering van het project;