Cela signifierait que l'avis contraignant qui couvre les prises de participations indirectes doit également être déclaré aide illégale et incompatible et, qu'automatiquement, la Commission doit reconnaître l'existence d'une confiance légitime quant aux prises de participations indirectes réalisées entre le 1er janvier 2002 et le 21 décembre 2007 (21 mai 2011) conformément aux conditions établies à l'article 1er des première et seconde décisions.
Dit zou betekenen dat de administratieve interpretatie die geldt voor indirecte verwervingen ook als onrechtmatige en onverenigbare steun moet worden aangemerkt en dat de Commissie, automatisch, het bestaan van gewettigd vertrouwen moet erkennen met betrekking tot de indirecte verwervingen van deelnemingen die werden verricht tussen 1 januari 2002 en 21 december 2007 (21 mei 2011) in overeenstemming met de in artikel 1 van het eerste en het tweede besluit vastgestelde voorwaarden.