3. Les États membres peuvent, conformément aux dispositions législatives et réglementations en vigueur 1er décembre 2005, également s’abstenir de désigner un représentant lorsque le mineur non accompagné est âgé de 16 ans ou plus, à moins que celui ci ne soit dans l’incapacité d’introduire sa demande sans le concours d’un représentant.
3. De lidstaten kunnen, overeenkomstig de wet- en regelgeving die op 1 december 2005 van kracht is, ook van de aanwijzing van een vertegenwoordiger afzien indien de niet-begeleide minderjarige 16 jaar of ouder is, tenzij hij niet zonder vertegenwoordiger de verzoekprocedure kan volgen.