17. invite la Commission à réviser, à la lumière de la Charte, les domaines de l’ancien troisième pilier (coopération policière et judiciaire dans les affaires pénales); rappelle qu’il recommandait, dans sa résolution du 25 novembre 2009 sur le programme de Stockholm , une révision cohérente de cette législation; rappelle aussi à la Commission qu’à compter du 1 décembre 2014, toute une législation adoptée dans un cadre constitutionnel totalement différent s’appliquera telle quelle dans l’Union et que cela aura des répercussions négatives sur les droits des personnes relevant de la juridiction de l’Union;
17. verzoekt de Commissie de voormalige derde pijler (samenwerking op het terrein van politie en justitie in strafzaken) te herzien in het licht van het Handvest; brengt de in zijn resolutie van 25 november 2009 inzake het programma van Stockholm gedane aanbeveling in herinnering, waarin werd gevraagd om een consistente herziening van deze wetgeving en herinnert de Commissie eraan dat al die wetgeving die in een volkomen ander constitutioneel kader is goedgekeurd, op 1 december 2014 als zodanig in de EU zal worden toegepast en de rechten van het individu in het Europees rechtsgebied buitengewoon zal aantasten;