Il y a lieu de laisser aux États membres le pouvoir discrétionnaire de décider quelles autorités sont compétentes pour agir en vertu de la présente décision-cadre, conformément au principe de l’autonomie procédurale nationale, pour autant que les autorités en question soient compétentes pour intervenir et statuer dans le respect des dispositions de celle-ci.
Een lidstaat kan gelet op de nationale autonomie met betrekking tot procedures, zelf beslissen welke autoriteiten bevoegd zijn om op te treden in de zin van dit kaderbesluit, op voorwaarde dat deze autoriteiten krachtens het recht van die lidstaat bevoegdheid zijn.