Enfin, en ce qui concerne la prétendue incohérence de la Commission dans l’application de la jurisprudence Deggendorf, dont la décision 1998/466/CE (29) serait un exemple, il est à noter que cette décision (30) se fondait sur un engagement de la France à restituer l’aide antérieure, objet d’une décision négative, pour laquelle la jurisprudence Deggendorf n’était pas applicable.
Wat ten slotte het beweerde gebrek aan coherentie van de Commissie bij de toepassing van het Deggendorf-arrest betreft — en waarvan Beschikking 1998/466/EG (29) een voorbeeld zou zijn — dient te worden opgemerkt dat die beschikking (30) was gebaseerd op een toezegging van Frankrijk om eerdere steun, ten aanzien waarvan een negatieve beschikking was gegeven, terug te betalen; daar was het Deggendorf-arrest dus niet van toepassing.