Une décision de désapprouver un plan intervient lorsque celui-ci comporte des manquements trop importants et non justifiés empêchant que le travail d'évaluation soit réalisé (exemples : absence d'évaluation intermédiaire du PZS précédent, non prise en compte des remarques contenues dans l'approbation précédente tel que précisé ci-avant).
Redenen om het plan niet goed te keuren zijn er wanneer zware en niet gerechtvaardigde nalatigheden worden vastgesteld, die een evaluatie verhinderen (voorbeelden : geen tussentijdse evaluatie van het vorige ZVP, geen rekening gehouden met de opmerkingen opgenomen in de vorige goedkeuring zoals hiervoor vermeld).