la loi organique qui établit les dispositions qui sont nécessaires au bon fonctionnement des institutions mais qui requièrent une souplesse d'adoption incompatible avec la procédure constitutionnelle : la décision ressources propres, le règlement financier, les dispositions relatives au régime électoral et au mode de scrutin retenu pour l'élection du Parlement européen, le statut de la Cour de Justice et de la Cour de Comptes, les dispositions contenues dans certains accords interinstitutionnels, les actes pris sur base de l'actuel art 308;
de organieke wet waarin de bepalingen zijn opgenomen die nodig zijn voor de goede werking van de instellingen, maar waarvan de vaststelling zodanig flexibel moet zijn dat zij niet met de grondwettelijke procedure verenigbaar zijn: het eigenmiddelenbesluit, het Financieel Reglement, de bepalingen inzake het kiesstelsel en de wijze van stemming zoals die is geregeld voor de verkiezing van het Europees Parlement, het statuut van het Hof van Justitie en de Rekenkamer, de bepalingen in een aantal interinstitutionele akkoorden, de besluiten op basis van het huidige artikel 308;