L'adoption d'actes législatifs (cf. décision-cadre 2000/383/JAI (JO L 140 du 14 juin 2000) et décision-cadre 2001/888/JAI (JO L 140 du 14 décembre 2000)) dans ce domaine a permis non seulement de tendre vers une harmonisation des peines mais aussi de prendre en compte certains aspects du faux monnayage que la plupart de législations pénales ne prenait pas en compte, notamment ceux qui sont liés aux développements de l'informatique (décision-cadre 2000/383/JAI, article 3, point 1d).
Dankzij de goedkeuring van wetgevende akten (cf. kaderbesluit 2000/383/JBZ (PB L 140 van 14 juni 2000) en het kaderbesluit 2001/888/JBZ (PB L 140 van 14 december 2000)), kon op dit vlak niet alleen aan een harmonisering van de straffen worden gewerkt, maar kon ook rekening worden gehouden met bepaalde aspecten van valsmunterij die in de meeste strafrechtelijke wetgevingen niet aan bod kwamen, met name de aspecten die te maken hebben met de ontwikkelingen op informaticagebied (kaderbesluit 2000/383/JBZ, artikel 3, punt 1d).