Les exceptions à l'article 219, § 1, du Code des sociétés mentionnées ci-dessus (voy. commentaire de l'article 2) s'appliquent mutatis mutandis dans le cas d'un quasi-apport d'un élément d'actif, à ceci près qu'un ou plusieurs associés détenant un pourcentage total d'au moins 5 % du capital souscrit de la société au jour de la décision de quasi-apport peuvent demander une évaluation par un réviseur d'entreprises conformément au paragraphe 1.
De hoger vermelde uitzonderingen bij artikel 219, § 1, van het Wetboek vennootschappen (zie toelichting bij artikel 2) gelden mutatis mutandis ingeval van quasi-inbreng van een actiefbestanddeel, met dien verstande dat een of meer aandeelhouders die op de dag dat het besluit tot quasi-inbreng wordt genomen gezamenlijk ten minste 5 % van het geplaatste kapitaal in hun bezit hebben, een waardering volgens paragraaf 1 door een bedrijfsrevisor kunnen eisen.