« S'il est interprété comme ne permettant pas la représentation par un conjoint ou par un parent ou allié porteurs d'une procuration écrite, lorsque le tribunal de première instance statue en degré
d'appel contre une décision du Juge de paix, l'article 728, § 2, du Code judiciaire, lu en combinaison avec l'article 1042 du Code judiciaire, est-il conforme aux articles 10 et 11 de la Constitution, dès lors qu'il aboutit dans cette interprétation à ce que des parties qui souhaitent se faire représenter par un conjoint ou par un parent ou allié porteurs d'une procuration écrite dans le cadr
e d'un même litige, ...[+++]soient traitées différemment selon qu'elles agissent au premier ou au second degré de juridiction ?« Is artikel 728, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, in samenhang gelezen met artikel 1042 van het Gerechtelijk Wetboek, indien het zo wordt geïnterpreteerd dat het de vertegenwoordiging door een echtgenoot of door een bloed- of aanverwante houder van een sch
riftelijke volmacht niet toestaat, wanneer de rechtbank van eerste aanleg uitspraak doet in hoger beroep tegen een beslissing van de vrederechter, in overeenstemming met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, aangezien het in die interpretatie ertoe leidt dat partijen die zich wensen te laten vertegenwoordigen door een echtgenoot of door een bloed- of aanverwante houder van een schri
...[+++]ftelijke volmacht in het raam van eenzelfde geschil, op verschillende wijze worden behandeld naargelang zij in eerste of in tweede aanleg in rechte treden ?