G. considérant que la représentation de l'Union et de ses États membres au sein des organisations multilatérales, des sommets informels et des régimes internationaux est fragmentée, so
uvent inefficace et varie encore considérablement; considérant que la représentation extérieure de l'Union s'est développée d'une façon éparpillée, incohérente et plutôt ad hoc; considérant qu'une représentation extérieure fortement fragmentée est susceptible de compromettre le message et l'engagement de l'Union envers un multilatéralisme et une gouvernance mondiale efficaces, et considérant que de faibles compétences de l'Union et des mécanismes ineffic
...[+++]aces de coordination peuvent empêcher l'Union de s'exprimer d'une seule voix sur la scène internationale, limitant ainsi sa capacité de décision et nuisant à sa crédibilité; considérant que les États membres devront faire preuve d'une volonté politique forte et de flexibilité pour développer au maximum le potentiel du traité de Lisbonne, et que le statut de l'Union au sein des organisations internationales est souvent en retard par rapport au développement des compétences de l'Union,G. overwegende dat de vertegenwoordiging van de EU en haar lidstaten in multilaterale organisaties, bij informeel topoverleg en internationale samenwerkingsverbanden versnipperd en veelal niet doeltreffend is, en bovendien nog steeds zeer wisselend is; overwegende dat de ontwikkeling van de externe vertegenwoordiging van de Unie gekenmerkt word door versnippering, inconsistentie en ad-hocoplossingen; overwegende dat een in hoge mate versnipperde externe vertegenwoordiging waarschijnlijk afbreuk doet aan de boodschap en nadelig is voor de inspanningen van de EU gericht op effectief multilateralisme en mondiale governance en overwegende dat zwakke bevoegdheden van de EU en ondoelmatige coördinatiemechanismen kunnen verhinderen dat de EU op
...[+++] het wereldtoneel met één stem spreekt waardoor haar besluitvaardigheid wordt beperkt en haar geloofwaardigheid ondermijnd; overwegende dat de maximalisering van alle mogelijkheden van het Verdrag van Lissabon in een internationale omgeving van de lidstaten een krachtige politieke wil en soepelheid zal vereisen; verder overwegende dat de status van de EU in internationale organisaties veelal achterblijft bij de ontwikkeling van haar bevoegdheden,