Lorsqu'il n'est pas possible d'exécuter une décision, en tout ou en partie, l'État d'exécution peut appliquer des peines de substitution, y compris des peines privatives de liberté, si son droit le prévoit dans ce type d'affaire et si l'État d'émission a prévu la possibilité d'appliquer de telles peines de substitution dans le certificat visé à l'article 4.
Indien het onmogelijk is een beslissing geheel of gedeeltelijk ten uitvoer te leggen, kan de tenuitvoerleggingsstaat vervangende sancties, waaronder vrijheidsstraffen, toepassen in de gevallen waarin zijn recht daarin voorziet en de beslissingsstaat in het in artikel 4 bedoelde certificaat heeft ingestemd met de toepassing van die vervangende sancties.