La Conférence déclare que les États membres peuvent indiquer, lorsqu'ils présentent une demande visant à instaurer une coopération renforcée, s'ils envisagent déjà à ce stade de faire application de l'article 333, qui prévoit l'extension du vote à la majorité qualifiée, ou de recourir à la procédure législative ordinaire.
De Conferentie verklaart dat de lidstaten bij de indiening van hun verzoek om een nauwere samenwerking te mogen aangaan, kunnen aangeven of zij reeds in dat stadium voornemens zijn artikel 333 toe te passen, dat voorziet in uitbreiding van de stemming bij gekwalificeerde meerderheid, of gebruik te maken van de gewone wetgevingsprocedure.