L'article couvre, de manière résiduelle, le cas d'une demande fondée sur l'existence d'un engagement par déclaration unilatérale de volonté, lorsqu'il ne s'agit pas d'un acte juridique unilatéral relatif à un contrat au sens de la Convention de Rome du 19 juin 1980, ni d'un fait dommageable ou d'une obligation contractée dans le cadre d'un quasi-contrat.
Het artikel regelt op aanvullende wijze de vorderingen gegrond op het bestaan van een verbintenis voortvloeiend uit eenzijdige wilsuiting, wanneer het niet gaat om een eenzijdige rechtshandeling betreffende een verbintenis in de zin van het verdrag van Rome van 19 juni 1980, noch om een onrechtmatige daad of een verbintenis aangegaan in het kader van een quasi-contractuele overeenkomst.