Pour autant qu'ils ne soient pas exclus de la dispense en vertu du § 3, les contribuables qui ont été dispensés
de l'obligation de déclaration à l'impôt des personnes physiques pour l'exercice d'imposition précédent en vertu des §§ 1 et 2 ou du présent paragraphe et qui ont reçu une proposi
tion de déclaration simplifiée, et qui, suite aux modifications apportées à cette proposition de déclaration simplifiée ne satisfont en principe plus aux conditions du § 2 pour être dispensés de l'obligation de déclaration pour l'exercice suivant, s
...[+++]ont toutefois dispensés pour cet exercice d'imposition de l'obligation de déclaration à l'impôt des personnes physiques et continuent à recevoir une proposition de déclaration simplifiée à condition qu'ils ne doivent pas déclarer d'autres revenus imposables que les revenus visés au § 2, 1° à 5°.Voor zover ze niet worden uitgesloten van de vrijstelling krachtens § 3 blijven de belastingplichtigen die
bij toepassing van de §§ 1 en 2 of van deze paragraaf voor het voorgaand aanslagjaar van aangifteplicht in de personenbelasting waren vrijgesteld en een voorstel van vereenvoudigde aangifte hadden ontvangen, en die op grond van de aangebrachte wijzigingen aan dat voorstel van vereenvoudigde aangifte in beginsel niet meer aan de voorwaarden van § 2 voldoen om voor het daaropvolgende aanslagjaar van aangifteplicht te worden vrijgesteld, voor dat aanslagjaar toch vrijgesteld van aangifteplicht in de personenbelasting en blijven zij een
...[+++] voorstel van vereenvoudigde aangifte ontvangen op voorwaarde dat zij geen andere aan te geven belastbare inkomsten hebben dan de inkomsten als bedoeld in § 2, 1° tot 5°.