Le Conseil d'État, section de législation, chambres réunies, saisi par la Présidente du Sénat, le 9 février 2005, d'une demande d'avis, dans un délai de trente jours prorogé à quarante-cinq jours (1) , sur une proposition de loi « modifiant l'article 77 du Code civil en ce qui concerne le rapatriement de la personne décédée » (do c. Sénat, session 2003-2004, nº 3-508/1), a donné le 17 mars 2005 l'avis suivant:
De Raad van State, afdeling wetgeving, verenigde kamers, op 9 februari 2005 door de voorzitter van de Senaat verzocht haar, binnen een termijn van dertig dagen verlengd tot vijfenveertig dagen (1) , van advies te dienen over een voorstel van wet « tot wijziging van artikel 77 van het Burgerlijk Wetboek, wat de repatriëring van de overledene betreft » (stuk Senaat, zitting 2003-2004, nr. 3-508/1), heeft op 17 maart 2005 het volgende advies gegeven :