L'art. 13 détermine le délai accordé au transporteur, d'une part, pour signaler au Ministre ou à son délégué qu'une des personnes désignées pour diriger les activités de transport de l'entreprise a quitté cette entreprise, qu'elle est décédée ou qu'elle est devenue incapable d'exercer ses fonctions, et d'autre part, pour régulariser sa situation après ce départ.
Art. 13 bepaalt de termijn die de vervoerder krijgt om aan de Minister of zijn gemachtigde te melden dat één van de personen die werden aangewezen om de vervoerwerkzaamheden van de onderneming te leiden, deze onderneming heeft verlaten, overleden is of onbekwaam geworden is om zijn functie uit te oefenen, alsook de termijn om dan zijn situatie te regulariseren.