5. réitère le point de vue qu'il défendait à l'amendement 6 à cette position, selon lequel "l'Union européenne doit dépendre de moins en moins des versements des États membres”, tandis que, "à longue échéance, le système des ressources propres doit être modifié pour parvenir à l'autonomie financière”; estime que la finalité de la réforme devrait être de doter l'Union d'une source indépendante de revenus, suffisante pour satisfaire ses besoins;
5. herinnert eraan dat het in amendement 6 van dit standpunt betoogde dat "de Europese Unie geleidelijk aan minder afhankelijk moet worden van de overdrachten van de lidstaten” en "dat op lange termijn het stelsel van eigen middelen dient te worden gewijzigd, teneinde te komen tot financiële autonomie”; is van mening dat de hervorming ten doel moet hebben de Unie een eigen bron van inkomsten te verschaffen die toereikend is om in haar behoeften te voorzien;