L'opinion jadis défendue selon laquelle, par exception à l'article 26, alinéa 2, de la Constitution, les rassemblements culturels ne seraient soumis qu'à l'article 19 de la Constitution, est rejetée depuis longtemps par la jurisprudence ainsi que par les auteurs (cf. Cass.
Vroeger verdedigde men de mening dat de godsdienstige bijeenkomsten, bij wijze van uitzondering op artikel 26, tweede lid, van de Grondwet, uitsluitend onderworpen zouden zijn aan artikel 19 van de Grondwet. Deze mening is al lang verworpen door de rechtspraak en door de rechtsleer (cf. Cass.