Pour rappel, faisant suite à une proposition faite dans le rapport annuel de 2000 (p. 154), la loi du 25 février 2003 insère dans la loi du 1 juillet 1964 de défense sociale un article 19ter, qui dispose que le pourvoi en cassation contre la décision de la Commission supérieure de défense sociale confirmant la décision de rejet de la demande de mise en liberté ou déclarant fondée l'opposition du procureur du Roi contre la décision de mise en liberté de l'interné, ne peut être formé que par l'avocat de l'interné.
Ter herinnering vermelden wij dat, gevolg gevend aan een voorstel in het jaarverslag 2000 (blz. 155), de wet van 25 februari 2003 in de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij een artikel 19ter invoegt luidens hetwelk het cassatieberoep tegen een door de Hoge Commissie tot bescherming van de maatschappij genomen beslissing die de beslissing tot afwijzing van het verzoek tot invrijheidstelling van de geïnterneerde bevestigt of die het verzet van de procureur des Konings tegen de beslissing tot invrijheidstelling van de geïnterneerde gegrond verklaart, alleen door de advocaat van de geïnterneerde kan worden ingesteld.