52. estime qu'aucun gouvernement ne peut lancer seul des programmes de RT de grande envergure; rappelle la déclaration du Conseil de décembre 2008 sur le renforcement des capacités et l'engagement des États membres à atteindre l'objectif collectif de 2 %
des dépenses de la défense consacrés au financement de la recherche; invite la VP/HR et chef de l'AED à fournir des données sur l'état de la situation à cet égard; se félicite des propositions de la Commission concernant le développement de synergies entre recherche civ
ile et de défense; souligne, dans ...[+++] ce contexte, que le programme de recherche en matière de sécurité d'Horizon 2020 présente des possibilités considérables de renforcer les capacités à cet égard; invite la Commission et les États membres à soutenir la mission de recherche à l'appui des politiques extérieures de l'Union, notamment le développement technologique dans le domaine des technologies à double usage, afin de renforcer l'interopérabilité entre la protection civile et les forces militaires, tel qu'indiqué dans le programme spécifique établissant Horizon 2020; demande à la Commission et aux États membres d'inclure les recherches
dans ce domaine dans leurs programmes de travail annuels; se félicite également du lancement d'actions préparatoires et espère que la prochaine étape dans le domaine de la PSDC pourra conduire au financement d'un thème de recherche dans le prochain cadre financier pluriannuel; souligne l'importance de mettre en œuvre un projet pilote sur la recherche dans le domaine de la PSDC mené conjointement par la Commission et par l'AED, tel que le Parlement européen l'a proposé dans le budget 2015, pour que l'Agence mette en œuvre les objectifs et le budget de l'Union; regrette,
dans ce contexte, que la Commission n'ait pas fourni au Parlement une évaluation du potentiel de l'article 185 du traité FUE, que le Parlement a demandé dans sa résolution du 21 novembre 2013 sur la base industrielle et technologique de défense euro ...
52. meent dat geen enkele regering alleen onderzoeks- en technologieprogramma's met een dergelijke omvang kan starten; herinnert aan de verklaring van de Raad van december 2008 over het versterken van de vermogens en de verbintenis van de lidstaten om de
collectieve doelstelling te bereiken om 2% van de defensie-uitgaven aan onderzoeksfinanciering te besteden; verzoekt de vv/hv en het hoofd van het EDA om gegevens te verstrekken over hoe we er op dat vlak voor staan; is dan ook verheugd over de voorstellen van de Commissie betreffende de ontwikkeling van synergieën tussen civiel en defensieonderzoek; wijst er in dit verband op dat he
...[+++]t programma voor veiligheidsonderzoek van Horizon 2020 aanzienlijke mogelijkheden biedt om vermogens te ontwikkelen; verzoekt de Commissie en de lidstaten de onderzoeksmissie ter ondersteuning het externe beleid van de Unie, te steunen, bijvoorbeeld via technologische ontwikkeling op het gebied van technologie voor tweeërlei gebruik om de interoperabiliteit van de civiele bescherming en militaire strijdmachten te verbeteren, zoals vermeld in het specifieke programma tot vaststelling van Horizon 2020; verzoekt de Commissie en de lidstaten om hiermee samenhangende onderzoeksactiviteiten op te nemen in de jaarlijkse werkprogramma's; is eveneens verheugd over de start van voorbereidende acties en hoopt dat de voorbereidende actie op het gebied van het GVDB zal leiden tot de financiering van een onderzoeksterrein op grond van het volgende meerjarig financieel kader; wijst op het belang van de tenuitvoerlegging van een gezamenlijk proefproject inzake GVDB-onderzoek van de Commissie en het EDA, zoals voorgesteld door het Parlement in de begroting 2015, met het oog op de tenuitvoerlegging van de EU-doelstellingen en de EU-begroting door het agentschap; betreurt in dit verband dat de Commissie het Parlement geen beoordeling heeft verstrekt van het potentieel van artikel 185 VWEU, zoals gevraagd in zijn resolutie van 21 november 2013 over ...