L
e législateur a défini la notion de « fraude grave et organisée » dans l'exposé des motifs de la loi-programme du 27 avril 2007 (4) comme « l'évitement ou un remboursement illicite d'impôts, réalisé à l'appui d'un faux en écriture, commis en exécution d'
un montage initié à cette fin, comportant une succession de transactions et/ou l'intervention d'un ou de plusieurs intermédiaires ainsi que le recours, au plan national ou international, à des mécanismes de simulation ou de dissimulation, notamment des structures
...[+++]sociétaires ou des constructions juridiques ».
De wetgever heeft het begrip « ernstige en georganiseerde fraude » in de memorie van toelichting van de programmawet van 27 april 2007 (4) omschreven als« het onwettig ontwijken of een onwettige terugbetaling van belastingen, door middel van valsheid in geschrifte, gepleegd ter uitvoering van een constructie die hiervoor in het leven werd geroepen, met een opeenvolging van verrichtingen en/of de tussenkomst van een of meerdere tussenpersonen, alsook het aanwenden, op nationaal of internationaal niveau, van simulatie- of verbergingsmechanismen zoals vennootschapstructuren of juridische constructies ».