Pour régler à la fois le sort des biens et les droits relatifs à la personne, il fallait transiter par des statuts dont l'admission était souvent coûteuse, compliquée et quelque peu dégradante pour la personne à protéger, que ce soit le statut de minorité prolongée ou le statut d'interdiction judicaire.
Om tegelijkertijd het lot van de goederen en de rechten van de persoon te regelen, moest een beroep worden gedaan op de status, waarvan de erkenning dikwijls duur, ingewikkeld en enigszins degraderend was voor de persoon die moest worden beschermd, zowel met betrekking tot de verlengde minderjarigheid als de gerechtelijke onbekwaamverklaring.