Art. 6. § 1. Dans le cas d'une demande de capacité pour une circulation à valoir dans la période horaire en cours, l'organisme de répartition charge le gestionnaire de l'infrastructure ferroviaire d'instruire la demande, dans le cadre du graphique de circulation en vigueur et en tenant compte des capacités déjà occupées, et de lui fournir un avis technique circonstancié.
Art. 6. § 1. Bij een aanvraag van capaciteit voor verkeer, te voorzien tijdens de lopende tijdsperiode, belast de toewijzende instantie de beheerder van de spoorweginfrastructuur de aanvraag te onderzoeken in het raam van de van kracht zijnde verkeersgrafiek en rekening houdend met de reeds ingenomen capaciteit en hem een omstandig technisch advies te verstrekken.