« Le travailleur qui bénéficiait déja auparavent du complément d'ancienneté et qui, après une reprise de travail, pourrait prétendre au complément d'adaptation, a droit à l'allocation qui vaut après les 12 premiers mois, en ce compris le complément d'ancienneté, s'il satisfait aux conditions de l'alinéa 1, exception faite de la condition prévue à cet alinéa, 3°, et pour autant que cette allocation soit supérieure à l'allocation avec le complément d'adaptation à laquelle il pourrait prétendre».
« De werknemer die voorheen reeds de anciënniteitstoeslag genoot en na een werkhervatting aanspraak zou kunnen maken op de aanpassingstoeslag, is gerechtigd op de uitkering die geldt na de eerste 12 maanden, met inbegrip van een anciënniteitstoeslag, indien hij voldoet aan de voorwaarden van het eerste lid, behalve de voorwaarde voorzien in dat lid, 3°, en voor zover deze uitkering hoger is dan de uitkering met aanpassingstoeslag waarop hij aanspraak zou kunnen maken».