Un délai plus bref - de cinq ans - n'a été prévu dans les limites du délai de prescription absolu qu'en matière de responsabilité extracontractuelle, à compter du jour qui suit celui où la personne lésée a eu connaissance du dommage et de l'aggravation de celui-ci et de l'identité de la personne responsable (article 2262bis, § 1 , alinéa 2, du Code civil).
Alleen voor de buitencontractuele aansprakelijkheid werd binnen de absolute verjaringstermijn voorzien in een kortere termijn van vijf jaar, die begint te lopen op de dag volgend op die waarop de benadeelde kennis heeft gekregen van de schade of van de verzwaring ervan en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon (artikel 2262bis, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek).