Art. 5. Les ayants droit d'un agent visé à l'article 4 qui est décédé avant l'expiration des délais prévus par cet article sans avoir introduit la demande prévue par l'article 4 de la loi, peuvent introduire la demande prévue par l'article 5, § 2 de la loi jusqu'au terme de ces délais.
Art. 5. De rechtverkrijgenden van een in artikel 4 bedoelde ambtenaar die overleden is voor het verstrijken van de in dat artikel bepaalde termijnen zonder de in artikel 4 van de wet bepaalde aanvraag te hebben ingediend, kunnen de in artikel 5, § 2 van de wet bepaalde aanvraag indienen tot het verstrijken van die termijnen.