1. Chaque État membre qui délivre des licences à des membres du grand public ayant un intérêt légitime à acquérir, introduire, détenir et utiliser une ou plusieurs substances mentionnées à l'annexe I, ou mélanges ou substances contenant ces substances, à des concentrations supérieures à celles fixées dans ladite annexe définit les règles de délivrance de la licence prévue à l'article 4, paragraphes 2 et 3.
1. Een lidstaat die vergunningen afgeeft aan particulieren met een legitiem belang bij het verwerven, binnenbrengen, bezitten en gebruiken van een of meer in bijlage I vermelde stoffen, of van mengsels of stoffen die deze stoffen bevatten, in een concentratie die hoger ligt dan de in die bijlage vermelde grenswaarden, stelt regels vast betreffende de afgifte van de in artikel 4, leden 2 en 3, bedoelde vergunning.