Lorsque le ministre qui a l'Intérieur dans ses attributions décide de retirer et/ou d'invalider ou de refuser la délivrance d'une carte d'identité, en application de l'article 6, § 10, de la loi du 19 juillet 1991 relative aux registres de la population, aux cartes d'identité, aux cartes d'étranger et aux documents de séjour et modifiant la loi du 8 août 1983 organisant un Registre national des personnes physiques, le bourgmestre de la commune de résidence principale de la personne dont la carte d'identité a été retirée et/ou invalidée ou dont la délivrance est refusée, en est informé par écrit le plus rapidement possible.
Wanneer de minister bevoegd voor Binnenlandse Z
aken beslist om een identiteitskaart in te trekken en/of ongeldig te verklaren, of om de afgifte ervan te weigeren, in toepassing van artikel 6, § 10, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, wordt de burgemeester van de gemeente van de hoofdverblijfplaats van de persoon van wie de identiteitskaart ingetrokken en/of ongeldig verklaard werd of van wie de afgifte van de identiteitskaart ge
...[+++]weigerd wordt, hiervan onverwijld schriftelijk op de hoogte gebracht.