3. Le contrôleur, agissant en étroite coopération avec le contrôleur adjoint, détermine la répartition du travail entre eux deux, notamment quel est le principal responsable de l’élaboration, de l’adoption et du suivi des décisions, et délègue des missions au contrôleur adjoint, le cas échéant.
3. De toezichthouder stelt in nauwe samenwerking met de adjunct-toezichthouder een taakverdeling tussen hen vast, waarbij wordt bepaald bij wie van hen de hoofdverantwoordelijkheid berust voor de voorbereiding, vaststelling en follow-up van beslissingen en, voor zover van toepassing, de delegatie van taken aan de adjunct-toezichthouder.