5. Le Conseil a déclaré qu'il demeurait préoccupé par le non-respect des droits de l'homme en Chine, notamment des libertés d'expression, de religion et d'association, par les violations des droits de l'homme qui continuent d'être perpétrées à l'encontre des partisans de la démocratie, des tenants de la liberté syndicale et des adeptes de Falun Gong.
5. De Raad blijft zorgelijk gestemd over het gebrek aan respect voor de mensenrechten in China, waaronder de vrijheid van meningsuiting, van godsdienst en van vereniging, over de voortdurende schendingen van de mensenrechten van democratiseringsactivisten, voorstanders van vrije vakbonden en volgelingen van de Falun Gong.