74. souligne la difficulté de recruter des fonctionnaires ou des agents de certains États membres tels que l'Allemagne, le Royaume-Uni, l'Autriche ou les Pays-Bas, pour lesquels la proportion de personnel au sein du secrétariat est largement i
nférieure au «poids démographique» de chacun de ces États dans l'Union et constate le nombre relativement élevé de ressortissants belges (13,6 %) ou luxembourgeois (2,2 %) au sein du personnel, conséquence de l'emplacement des lieux de travail du Parlement; demande au Bureau de réviser les procédures et les exigences de recrutement afin de déterminer
dans quelle mesure ...[+++]elles peuvent créer des difficultés à recruter du personnel de ces États membres; 74. wijst op de moeilijkheden die worden ondervonden bij het aanwerven van ambtenaren en functionarissen uit bepaalde lidstaten, waaronder Duitsland, het VK, Oostenrijk en Nederland, waarvan het personeelsaandeel in het secretariaat van het Parlement aanzienlijk kl
einer is dan het „demografische gewicht” van het desbetreffende land in de Unie, en neemt nota van het feit dat een relatief groot aantal personeelsleden de Belgische of de Luxemburgse nationaliteit heeft (13,6%, respectievelijk 2,2%) vanwege het feit dat het Parlement in die landen werklocaties heeft; verzoekt het Bureau om de wervingsprocedures en -vereisten te evalueren om
...[+++]na te gaan wat het aandeel hiervan is in de moeilijkheden bij de werving van personeelsleden uit die lidstaten;