« Art. 433. — La non-admission du pourvoi en cassation manifestement irrecevable, sans objet ou ne dénonçant aucune illégalité ou irrégularité pouvant conduire à la cassation peut, de l'avis conforme du ministère public, être décrétée par ordonnance du président de section ou du conseiller désigné par le premier président.
« Art. 433. — De niet-toelaatbaarheid van het kennelijk onontvankelijk cassatieberoep, dat doelloos is of waarmee geen enkele onwettigheid of onregelmatigheid wordt bekendgemaakt die tot cassatie kan leiden, kan na eensluidend advies van het openbaar ministerie door beschikking van de afdelingsvoorzitter of van de door de eerste voorzitter aangewezen raadsheer worden uitgesproken.