Art. 8. Les dépenses suivantes ne sont en aucun cas éligibles à la subvention : 1° l'aménagement de pistes cyclables et de sentiers pédestres, comme des empierrements et l'aménagement d'infrastructures, comme des ponts, des tunnels ou des va-et-vient sauf s'il agit d'un élément spécifique qui invite au jeu ou à l'expérience ; 2° l'entretien de pistes cyclables et de sentiers pédestres, y compris le personnel occupé à cet effet ; 3° la pose de bancs, de tables pique-nique, de poubelles et de ranges vélos le long des réseaux d'itinéraires cyclables et des réseaux d'itinéraires pédestres sauf dans le cadre de l'aménagement de points de départ des randonnées cyclistes et pédestres le long des réseaux d'itinéraires cyclables/pédestres ; 4° l
...[+++]'achat d'oeuvres d'art ; 5° l'entretien et le remplacement du balisage et des éléments invitant au jeu et à l'expérience le long des réseaux cyclables et d'itinéraires pédestres ; 6° les frais pour les relations publiques, les réceptions et l'invitation de la presse ; 7° le développement et l'entretien des produits numériques et audiovisuels, à l'exception du wifi aux points de départ des véloroutes ; 8° le monitoring, les compteurs ou les études sur l'utilisation ; 9° l'imprimerie de cartes ; 10° l'achat, le leasing et la location de moyens de transport.Art. 8. De volgende uitgaven komen in geen geval in aanmerking voor subsidiëring: 1° de aanleg van fiets- en wandelpaden, zoals verhardingen en infrastructuren zoals bruggen, tunnels of veren tenzij het gaat om een spelelement of specifiek belevingsverhogend element; 2° het onderhoud van fiets- en wandelpaden, m
et inbegrip van het personeel dat daarvoor ingezet wordt; 3° het plaatsen van zitbanken, picknicktafels, vuilnisbakken en fietsenstallingen langs de fiets- en wandelnetwerken tenzij in het kader van de inrichting van fiets- en wandelstartpunten langs het fiets-/wandelnetwerk; 4° de aankoop van kunstwerken; 5° het onderhoud en
...[+++] de vervanging van de bewegwijzering en van spel- en belevingsverhogende elementen langs de fiets- en wandelnetwerken; 6° de kosten voor public relations, recepties en uitnodiging van de pers; 7° de ontwikkeling en het onderhoud van digitale en audiovisuele producten, met uitzondering van wifi op fietsstartpunten; 8° de monitoring, de tellers of studies over gebruik; 9° het drukken van kaarten; 10° de aankoop, leasing en huur van transportmiddelen.