Si un point de contact n'est pas en mesure de répondre à une demande dans les quinze jours suivant sa réception, il en informe succinctement le demandeur en indiquant le délai qu'il estime nécessaire pour y répondre, mais ce délai ne peut, en principe, dépasser trente jours.
Indien een contactpunt niet in staat is een verzoek te beantwoorden binnen vijftien dagen na ontvangst ervan, stelt het de verzoeker daarvan op beknopte wijze in kennis, onder vermelding van de termijn die het nodig acht om het verzoek te beantwoorden; die termijn mag in de regel niet meer dan dertig dagen bedragen.