Les membres du comité de direction ou, en l'absence de comité de direction, les personnes qui participent à la direction effective de l'entreprise d'assurance ou de réassurance ne peuvent exercer un mandat comportant une
participation à la gestion courante que s'il s'agit: 1° d'une société visée à l'article 89, paragraphe 1, du règlement (UE) n° 575/2013 du Parlement européen et du Conseil du 26 juin 2013 concernant les exigences prudentielles applicables aux établissements de crédit et aux entreprises d'investissement et modifiant le règlement (UE) n° 648/2012, avec laquelle l'entreprise d'assurance a des liens étro
...[+++]its; 2° d'un organisme de placement en créance à forme statutaire au sens de la loi du 3 août 2012 relative aux organismes de placement collectif qui répondent aux conditions de la directive 2009/65/CE et aux organismes de placement en créances ou d'un organisme de placement collectif à forme statutaire au sens de la loi du 3 août 2012 précitée ou de la loi du 19 avril 2014 relative aux organismes de placement collectif alternatifs et à leurs gestionnaires; 3° d'une entreprise dont l'activité se situe dans le prolongement de l'activité d'assurance ou de réassurance, telle l'intermédiation en assurances et en réassurance ou le règlement de sinistres; 4° d'une société patrimoniale dans laquelle de telles personnes ou leur famille détiennent, dans le cadre de la gestion normale de leur patrimoine, un intérêt significatif.De leden van het directiecomité, of, bij ontstentenis van een directiecomité, de personen die deelnemen aan de effectieve leiding van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming, mogen geen mandaat uitoefenen dat een deelname aan het dagelijks bestuur inhoudt, tenzij in: 1° een vennootschap als bedoeld in artikel 89, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012, waarmee de verzekerings- of herverzekeringsonderneming nauwe banden heeft; 2° een instelling voor belegging in schuldvorderingen die geregeld is bij statuten in de zin van de wet van 3 augustus
...[+++] 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen of een instelling voor collectieve belegging die geregeld is bij statuten in de zin van de voornoemde wet van 3 augustus 2012 of de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders; 3° een onderneming met een activiteit in het verlengde van het verzekerings- of herverzekeringsbedrijf, zoals verzekeringsbemiddeling of schaderegeling; 4° een patrimoniumvennootschap waarin zij of hun familie, in het kader van het normale beheer van hun vermogen, een significant belang bezitten.