5. rappelle que le montant de l'avant-projet d'état provisionnel pour l'exercice 2015, tel que suggéré par le Secrétaire général dans son rapport, s'élève à 1 822 929 112 EUR (20,09 % du montant de la rubrique V); tient compte du fait que ce montant dépasse de 3,83 % celui du budget 2014; fait observer que 0,67 point de ce pourcentage correspond aux indemnités de fin de mandat des députés, soit des coûts statutaires et obligatoires, et que 1,42 point de ce pourcentage correspond aux investissements à long terme dans la construction du bâtiment KAD; cons
tate que les autres dépenses augmenteraient donc à hauteur de 1,74 point de ce pour
...[+++]centage;
5. herinnert eraan dat de secretaris-generaal in zijn verslag over het voorontwerp van raming voor de begroting 2015 een bedrag voorstelt van 1 822 929 112 EUR (20,09 % van rubriek V); houdt rekening met de verhoging van 3,83 % ten opzichte van de begroting 2014; merkt op dat 0,67 % van deze verhoging bestemd is voor de vergoeding van de leden bij beëindiging van het mandaat, wat uit het statuut voortvloeiende, verplichte uitgaven zijn, en 1,42 % voor langetermijninvesteringen in de bouw van het KAD-gebouw; merkt op dat de verhoging voor de andere uitgaven bijgevolg +1,74 % bedraagt;