7. constate que jusqu'à présent, la Commission et les pays en développement n'ont pas suffisamment utilisé le dialogue concernant l'augmentation des dépenses pour l'éducation primaire consenties par les gouvernements des pays en développement; invite instamment la Commission à entamer ce dialogue en y associant les États membres, et souligne que cela ne doit pas correspondre à une substitution budgétaire; demande une concentration sur le financement sectoriel puisque la substitution n'est pas possible dans le cadre d'un financement sectoriel;
7. stelt vast dat de Commissie en de ontwikkelingslanden tot op heden onvoldoende in dialoog zijn gegaan over het verhogen van de uitgaven voor het basisonderwijs door de regeringen van de ontwikkelingslanden; verzoekt de Commissie dringend om een dergelijke dialoog op te starten, waarbij ook de lidstaten moeten worden betrokken, en onderstreept dat deze niet in de plaats van een begroting mag komen; dringt erop aan deze toe te spitsen op sectorale middelen, aangezien vervanging binnen het sectorale kader niet mogelijk is;