La Convention pour la répression de la traite des êtres humains et de l'exploitation de la prostitution d'autrui et le Protocole final, signés le 21 mars 1950 à New-York, aura plein effet, à l'exception des articles 1 et 2, auxquels des dérogations seront possibles dans la mesure où elles serviront à améliorer les conditions de vie et la protection des personnes offrant des services dans le cadre de la prostitution».
De Overeenkomst ter bestrijding van de handel in mensen en van de exploitatie van eens anders prostitutie en het slotprotocol, ondertekend op 21 maart 1950 te New York, zal volkomen uitwerking hebben, met uitzondering van de artikelen 1 en 2 waarvan kan worden afgeweken voor zover daarbij de verbetering van de levensomstandigheden en de bescherming van personen die betrokken zijn bij prostitutiediensten beoogd worden».