15. reste préoccupé, malgré les quelques progrès enregistrés, par la discrimination juridique et pratique dont font constamment l'objet les femmes; condamne le recours à la violence et la discrimination envers les femmes iraniennes, qui demeure
un grave problème; désapprouve en outre l'usage de la violence par les forces de sécurité iraniennes à l'encontre de femmes qui s'étaient rassemblées, le 8 mars 2006, pour célébrer la Journée internationale de la femme; condamne par ailleurs la dispersion violente par les forces de la sécurité iraniennes d'une manifestation pacifique à laquelle ont participé, le 12 juin 2006, des femmes et des
...[+++]hommes préconisant la fin de la discrimination juridique dont sont victimes les femmes en Iran; 15. maakt zich zorgen over de voortdurende discriminatie in wet en praktijk van vrouwen ondanks enige vooruitgang; veroordeelt het gebruik van geweld en discriminatie tegen vrouwen in Iran, wat nog steeds een ernstig probleem vormt; veroordeelt het gebruik van geweld door het Iraanse politieapparaat tegen vrouwen die eerder dit jaar bijeen waren gekomen om op 8 maart 2006 internationale vrouwendag te vieren; veroordeelt de gewelddadige onderbreking door de Iraanse politie van een vreedzame demonstratie van vrouwen en mannen op 12 juni 2006 die opkwamen voor beëindiging van wettelijke discriminatie tegen vrouwen in Iran;